Citrus is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende citrusvruchten, die je vaak uit de hand kunt eten, maar ook kunt gebruiken om de smaak van verschillende gerechten te versterken of te veranderen.
De meest bekende citrusvruchten die je op deze twee verschillende manieren kunt gebruiken zijn bijvoorbeeld citroen, sinaasappel, en limoen.
Ook met andere soorten kun je vaak welk op de een of andere wijze koken, denk bijvoorbeeld aan de kumquat, die je kunt roerbakken.
Al deze citrusvruchten kun je dus gebruiken als smaakmaker, meestal in de vorm van geraspte schil of sap.
[wp_ad_camp_1]
Hoe gebruiken?
Citrus wordt dus in de meeste gevallen in gerechten gebruikt in de vorm van sap, of als geraspte schil.
Daarbij kan de smaak sterk afhangen van de soort citrus. Een sinaasappel smaakt immers ook anders dan een citroen.
Daarnaast kan bij de meeste citrusvruchten ook etherische oliën uit de schil gewonnen worden, maar deze wordt dan meestal toch niet gebruikt door gerechten.
Citrusvruchten bewaren
Bij het bewaren gaan we van hele vruchten uit, deze kun je op een fruitschaal bewaren of in de koelkast.
In de koelkast blijft het sap lacher bewaard, en blijft ook de schil enkele weken intact.
Op de fruitschaal kun je de vruchten niet echt lang bewaren, want vooral in een warm huis kunnen de citrusvruchten snel uitdrogen.
In de koelkast niet in een afgesloten plastic zak, en niet in de groentelade bewaren.
Invriezen
Ja, citrusvruchten kunnen in de diepvriezer bewaard worden.
Beter is het om de schil vooraf te raspen, en apart van het sap in te vriezen.
Sap kun je makkelijk in een ijsblokjeshouder invriezen, de rasp verpakt per portie in een zakje.
[wp_ad_camp_1]